Milieuvergunning en openbare onderzoeken

Wat is een milieuvergunning?

Wat is een milieuvergunning?

U moet een milieuvergunning aanvragen als u een activiteit wil opstarten die hinderlijk is voor mens of leefmilieu.

Als u een inrichting wilt exploiteren, die hinderlijk wordt geacht voor de mens en het leefmilieu, is er, afhankelijk van de aard en de belangrijkheid van de milieueffecten, een milieuvergunning (klasse 1 of 2) vereist of moet u op zijn minst een melding doen van een klasse 3-inrichting.

De klassen duiden op de graad van mogelijke hinder voor mens en milieu waarbij klasse 1 de hoogste graad van hinder aangeeft. Deze rangschikking gebeurt op basis van de zogenaamde indelingslijst uit bijlage 1 van titel I van het Vlarem (de zogenaamde indelingsrubrieken).

Een klasse 1 milieuvergunning moet worden aangevraagd bij de bestendige deputatie van de provincieraad van de provincie waar de exploitatie zal plaatsvinden. Voor klasse 2 en 3 moet men zich wenden tot het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar de exploitatie zal plaatsvinden.

Voor veranderingen aan reeds bestaande inrichtingen (dit wil zeggen uitbreidingen, toevoegingen of wijzigingen) bestaan meerdere mogelijkheden. In een aantal gevallen is een vereenvoudigde procedure mogelijk voor klasse 1- of klasse 2-inrichtingen.

Procedure melding klasse 3-inrichting

De inrichting is klasse 3 en verandert op dezelfde percelen als waarop de oorspronkelijke melding betrekking had, waarbij de hele inrichting klasse 3 blijft.

Procedure gewone aanvraag van een milieuvergunning klasse 1 of 2
De verandering gebeurt op andere percelen als waarop de oorspronkelijke melding(en) of vergunning(en) betrekking hadden (dit wordt een toevoeging genoemd) of de verandering leidt tot een indeling van de inrichting in een hogere klasse of de verandering is van die aard dat een extra risico voor de mens of een extra aantasting van het leefmilieu ontstaat of dat de bestaande hinder vergroot.

Procedure melding van een klasse 3-onderdeel bij een klasse 1 of 2 inrichting

Het gehele bedrijf is klasse 1 of 2 en verandert op dezelfde percelen als waarop de oorspronkelijke vergunning betrekking had door uitbreiding met een onderdeel dat op zich in de derde klasse is ingedeeld.

Procedure mededeling van een kleine verandering

Het gehele bedrijf is klasse 1 of 2 en verandert op dezelfde percelen als waarop de oorspronkelijke vergunning betrekking had door uitbreiding/wijziging van de klasse 1- of klasse 2-onderdelen, waarbij er geen indeling in een hogere klasse ontstaat noch een extra risico voor de mens of een extra aantasting van het leefmilieu, noch de bestaande hinder vergroot.

Wanneer bent u onderhevig aan een milieuvergunnings- of meldingsplicht?

Wanneer bent u onderhevig aan een milieuvergunnings- of meldingsplicht?

Als een inrichting valt onder de toepassing van verschillende indelingsrubrieken die behoren tot verschillende klassen, dan geldt de procedure van de hoogste klasse.

Nog even ter herinnering:

  • klasse 1: geeft inrichtingen aan die als het meest hinderlijk worden beschouwd. Deze zijn milieuvergunningsplichtig volgens de procedure van klasse 1;
  • klasse 2: geeft inrichtingen aan die als hinderlijk worden beschouwd. Die zijn milieuvergunningsplichtig volgens de procedure van klasse 2;
  • klasse 3: geeft inrichtingen aan die als het minst hinderlijk worden beschouwd. Die zijn onderhevig aan de meldingsplicht van een klasse 3-inrichting.

Een mededeling van een kleine verandering is alleen mogelijk in de volgende gevallen:

  • als de verandering geen extra risico voor de mens inhoudt, noch de bestaande hinder vergroot (geen uitbreiding groter dan 50 %);
  • als de verandering geen toevoeging is (toevoeging wil zeggen het vergroten in opslagcapaciteit, in drijfkracht of in oppervlakte op percelen waarop de geldende vergunning geen betrekking heeft);
  • als de verandering geen indeling in een hogere klasse tot gevolg heeft.

Welke zijn de procedurestappen?

Welke zijn de procedurestappen?

Melding van een klasse 3-inrichting

  • De melding moet aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs worden bezorgd aan het bevoegde college van burgemeester en schepenen.
  • Een melding kan niet worden geweigerd.
  • De dag nadat de melding werd gedaan, mag de exploitatie worden aangevat.

Opmerking: dit betekent geen carte blanche!!!

Op de inrichting zijn automatisch de algemene en sectorale bepalingen van Vlarem II van toepassing, in het bijzonder artikel 4.1.1.1: "Behoudens afwijkende bepalingen in de desbetreffende hoofdstukken is de exploitatie van een in de derde klasse ingedeelde inrichting slechts toegestaan in zoverre de inplantingsplaats verenigbaar is met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurd gewestplan of in een ander plan van aanleg."

Melding van een klasse 3-onderdeel bij een klasse 1- of klasse 2- inrichting

De melding gebeurt volgens dezelfde procedure als de gewone melding van een klasse 3-inrichting, weliswaar moet ze worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen als de gehele inrichting klasse 2 is, en bij de bestendige deputatie als de gehele inrichting klasse 1 is.

De dag nadat de melding werd gedaan, mag de exploitatie worden aangevat.

Na de aktename krijgt de aanvrager een afschrift van de aktename.

Aanvraag van een milieuvergunning klasse 2

U dient uw aanvraag in zevenvoud in (aangetekend of tegen ontvangstbewijs) bij het college van burgemeester en schepenen.

Bij dit aanvraagformulier moeten een aantal bijlagen worden gevoegd zoals:

  • een situeringsplan;
  • een of meer uitvoeringsplannen;
  • het bewijs van betaling van dossiertaks;
  • eventuele andere stukken die de aanvraag kunnen verduidelijken.

Wordt het dossier volledig en ontvankelijk bevonden, dan krijgt u binnen de veertien dagen hiervan bericht met een aangetekende brief.

Als de aanvraag onvolledig of onontvankelijk is, vraagt de vergunningverlenende overheid binnen de veertien dagen extra informatie of deelt u de juiste bevoegde instantie of procedure mee.

Als binnen de veertien dagen geen schriftelijke kennisgeving is verzonden, dan wordt de aanvraag geacht volledig en ontvankelijk te zijn, op voorwaarde dat de dossiertaks is betaald. Vanaf deze dag beginnen de hiernavolgende termijnen te lopen.

Hierna worden de nodige adviezen gevraagd en wordt terzelfder tijd een openbaar onderzoek georganiseerd. U wordt hierbij uitgenodigd een bekendmaking aan te plakken op de plaats van de geplande uitbating.

Binnen de drie maanden neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing en betekent die beslissing aan de aanvrager binnen tien dagen (dwingende termijnen). De beslissing moet worden aangeplakt.

Deze termijn van drie maanden is eenmaal verlengbaar met anderhalve maand. Tien dagen voor het einde van de drie maanden wordt de aanvrager op de hoogte gesteld van de beslissing tot verlenging.

Als er geen beslissing is binnen de wettelijke termijn, is de aanvraag stilzwijgend geweigerd. Er is beroepsmogelijkheid voorzien.

Eventuele beroepsprocedure

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen is beroep mogelijk bij de bestendige deputatie. Dit beroep moet worden ingediend binnen dertig dagen na de bekendmaking van de beslissing: voor u gaat de termijn in de dag na de dag van de ontvangst van het besluit, voor omwonenden start de termijn vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing.

Als het beroep niet van u uitgaat, wordt u binnen de veertien dagen op de hoogte gebracht van het beroepschrift. Tijdens de beroepsprocedure worden opnieuw diverse adviezen ingewonnen. U hebt het recht om uw belangen te verdedigen tijdens de zitting van de Provinciale Milieuvergunningscommissie. Hiervoor moet u een vraag richten aan de voorzitter van deze commissie, uiterlijk twintig kalenderdagen na de datum van verzending van de brief waarin het beroep ontvankelijk werd verklaard of waarin u op de hoogte werd gebracht van het ingediende beroep.

Binnen de vier maanden (eenmaal verlengbaar met maximaal één maand) na de ontvankelijkverklaring neemt de bestendige deputatie een beslissing en betekent die beslissing aan u binnen tien dagen. De beslissing moet worden aangeplakt. Deze termijn is een termijn van orde: er is geen sanctie bij het overschrijden ervan (mits het een redelijke termijn is).

Aanvraag van een milieuvergunning klasse 1

U dient uw aanvraag in. De aanvraag moet in tienvoud worden ingediend, aangetekend of bij afgifte tegen ontvangstbewijs, bij de bevoegde bestendige deputatie. De aanvraag moet gebeuren aan de hand van het voorgeschreven aanvraagformulier. Bij dat aanvraagformulier moeten een aantal bijlagen worden gevoegd zoals:

  • een situeringsplan;
  • één of meer uitvoeringsplannen;
  • het bewijs van betaling van dossierheffing;
  • een uittreksel uit het kadastrale plan en de kadastrale legger van de percelen binnen een straal van 100 meter;
  • het eventuele MER of VR;
  • eventuele andere stukken die de aanvraag kunnen verduidelijken.

Volledigheid en ontvankelijkheid van dossier

Wordt het dossier volledig en ontvankelijk bevonden, dan krijgt u binnen de veertien dagen hiervan bericht via een aangetekende brief. Als de aanvraag onvolledig of onontvankelijk is, vraagt de vergunningverlenende overheid binnen de veertien dagen bijkomende informatie of deelt hem de juiste bevoegde instantie of procedure aan.
Als binnen de veertien dagen geen schriftelijke kennisgeving is verzonden, dan wordt de aanvraag geacht volledig en ontvankelijk te zijn, op voorwaarde dat de dossiertaks is betaald.

Behandeling en beslissing door de bestendige deputatie

Hierna worden de nodige adviezen gevraagd en wordt terzelfder tijd een openbaar onderzoek georganiseerd. U kan hierbij worden uitgenodigd een bekendmaking aan te plakken op de plaats van de geplande uitbating. Ook kunt u vragen om te worden gehoord door de provinciale Milieuvergunningscommissie. Dat moet worden gevraagd aan de voorzitter van deze commissie, uiterlijk twintig kalenderdagen na indiening van de aanvraag.

Binnen de vier maanden neemt de bestendige deputatie een beslissing en betekent die beslissing aan de aanvrager binnen tien dagen. De beslissing moet worden aangeplakt.

Deze termijn van vier maanden is eenmaal verlengbaar met twee maanden. In dat geval wordt de aanvrager tien dagen voor het einde van de vier maanden op de hoogte gesteld van de beslissing tot verlenging.

Als er geen beslissing is binnen de wettelijke termijn, is de aanvraag stilzwijgend geweigerd. Er is beroepsmogelijkheid voorzien.

Eventuele beroepsprocedure

Tegen de beslissing van de bestendige deputatie is beroep mogelijk bij de Vlaamse minister van Leefmilieu. Dit beroep moet worden ingediend binnen dertig dagen na de bekendmaking van de beslissing:

  • voor u gaat de termijn in bij de ontvangst van het besluit;
  • voor omwonenden start de termijn vanaf de aanplakking van de beslissing.

Als het beroep niet van u uitgaat, wordt u binnen de veertien dagen op de hoogte gebracht van het beroepschrift.

Tijdens de beroepsprocedure worden opnieuw diverse adviezen ingewonnen. U hebt het recht om uw belangen te verdedigen tijdens de zitting van de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie. Hiervoor moet u een vraag richten aan de voorzitter van deze commissie, uiterlijk twintig kalenderdagen na de datum van verzending van de brief waarin het beroep ontvankelijk werd verklaard of waarin u op de hoogte werd gebracht van het ingediende beroep.

Binnen de vijf maanden (eenmaal verlengbaar met maximaal één maand) neemt de Vlaamse minister van Leefmilieu een beslissing en betekent die beslissing aan de aanvrager binnen tien dagen. De beslissing moet worden aangeplakt.

Mededeling van een kleine verandering

Een mededeling van een kleine verandering is alleen mogelijk in de volgende gevallen:

  • als de verandering geen extra risico voor de mens inhoudt, noch de bestaande hinder vergroot (geen uitbreiding groter dan 50 %);
  • als de verandering geen toevoeging is (toevoeging wil zeggen het vergroten in opslagcapaciteit, in drijfkracht of in oppervlakte op percelen waarop de geldende vergunning geen betrekking heeft);
  • als de verandering geen indeling in een hogere klasse tot gevolg heeft;
  • als de verandering niet onderworpen is aan MER- of VR-plicht;
  • als er geen verhoging van het risiconiveau is wanneer de aanvraag betrekking heeft op GGO's, GGM's of pathogenen.

De mededeling moet worden ingediend bij de overheid die bevoegd is om in eerste aanleg uitspraak te doen overeenkomstig de klasse waartoe de inrichting behoort.

De mededeling moet gebeuren aan de hand van het voorgeschreven meldingsformulier. Bij dat meldingsformulier moeten een aantal bijlagen worden gevoegd zoals:

  • een uitvoeringsplan van de inrichting voor en na de verandering;
  • eventuele andere stukken die de mededeling kunnen verduidelijken;
  • een afschrift van vroeger verleende vergunningen.

Het dossier moet in vijf exemplaren worden ingediend, met een aangetekende zending of bij afgifte tegen ontvangstbewijs. Het onderzoek naar ontvankelijkheid en volledigheid van het mededelingsdossier is identiek aan dat bij de vergunningsaanvragen.

De nodige adviezen worden gevraagd. De adviserende instanties hebben dertig dagen de tijd om hun advies uit te brengen.

Vlarem I schrijft voor dat de beslissing binnen de zestig dagen wordt genomen, maar dat is geen dwingende termijn voor de overheid.

De bevoegde overheid kan beslissen dat de verandering wel de hinder vergroot of een extra risico voor mens en leefmilieu betekent en dat een milieuvergunningsaanvraag moet worden ingediend.
Tegen een dergelijke beslissing staat voor de aanvrager geen beroep open (wel tegen de inhoud van de aktename van de kleine verandering).

Indelingenlijst Vlarem


Voor fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties en toestellen die worden opgericht, gebruikt of veranderd, moet aan de overheid een milieuvergunning worden aangevraagd.
De rangschikking in klassen gebeurt op basis van de zogenaamde indelingslijst uit bijlage 1 van de titel I van het Vlarem (de zogenaamde indelingsrubrieken). Voor meer info verwijzen wij naar de indelingslijst VLAREM.