Sint-Pieters-Leeuw investeerde fors in 2024, terwijl de schuld over deze legislatuur met 20 % daalde

Met investeringen in nieuwe assistentiewoningen voor senioren in Zuunhof en de renovatie van het gemeentehuis (samen goed voor 9,7 miljoen euro), nieuwe jeugdinfrastructuur voor KLJ Vlezenbeek en Chiro Snoopy en de herbestemming van de kerk van Ruisbroek (samen 3.7 miljoen euro) als blikvangers, investeerde de gemeente Sint-Pieters-Leeuw in het totaal zo’n 15,1 miljoen euro netto. Een investering die gefinancierd werd door 8,7 miljoen euro minder uit te geven dan er binnen kwam en een lening van 5 miljoen euro. En dat, terwijl de automatische indexering van lonen en diensten 5% meer stegen dan de indexatie van de inkomsten. De hoge inflatie in 2022 en 2023 is de verklaring van deze blijvende scheeftrekking. Er werd 2,2 miljoen euro van de bestaande leningen verder afbetaald.

Uit de Belfius studie, waar 10 randgemeenten van Brussel en 3 van Antwerpen vergeleken worden, blijkt het gemiddelde investeringspercentage in die gemeenten 1.597 euro per inwoner te bedragen. Dat zijn investeringen in wegenis, groene parken, nieuwe ontmoetingsplekken, digitalisering enz. In Sint-Pieters-Leeuw ligt dat 5% lager met zo een 1.521 euro per inwoner, terwijl het gemiddelde in Vlaanderen zelfs 1.773 euro per inwoner bedraagt.

De afgelopen 10 jaar investeerden we in wat er gangbaar is in vergelijkbare gemeenten. Daardoor halen we langzaam maar zeker onze historische achterstand in. Evenveel investeren en toch 37 % minder schulden hebben, lukt alleen als je in de dagelijkse werking spaarzaam omgaat met overheidsmiddelen.